13 november 2019 - Vanaf 1 januari is het voor de taxiondernemer niet meer mogelijk om van de Belastingdienst de bpm terug te krijgen die betaald is bij aanschaf van een nieuwe taxi.
Waar staat de afkorting bpm voor?
Bpm staat voor belasting van personenauto’s en motorrijwielen. Wanneer in Nederland een nieuwe personenauto, bestelauto of motor word gekocht, dan moet bij die aanschaf bpm worden betaald. Ook bij het importeren van een personenauto, bestelauto of motor wordt bpm in rekening gebracht. De bpm wordt door de Belastingdienst geheven.
Waarover wordt bpm betaald?
Voor een personenauto wordt de bpm berekend over de CO2-uitstoot. Voor een bestelauto, kampeerauto of motor wordt bpm berekend over de netto catalogusprijs. De netto catalogusprijs is de catalogusprijs minus de btw. Voor de bestelauto, kampeerauto of motor moet ook bpm worden betaald over extra opties, accessoires en meerkosten voor bijzondere uitvoeringen (als deze onderdeel zijn van de netto catalogusprijs).
Wat verandert er voor de taxiondernemer?
Een taxiondernemer die een personenauto voor minimaal 90% gebruikt als taxi kon de betaalde bpm terugvragen bij de Belastingdienst. Taxiondernemers krijgen vanaf 1 januari 2020 geen bpm meer terug bij de aanschaf van een nieuwe auto. Deze verandering geldt voor straattaxi’s, contractvervoer en doelgroepenvervoer van bijvoorbeeld gehandicapten of leerlingen, of een combinatie hiervan.
Waarom wordt de teruggave bpm op taxi’s afgeschaft?
Omdat de Nederlandse regering zich in het Klimaatakkoord ten doel heeft gesteld om in 2030 de helft minder broeikasgassen uit te stoten ten opzichte van 1990, worden er allerlei maatregelen getroffen om die CO2-uitstoot te verminderen. Eén van die maatregelen is de afschaffing van de teruggave van de bpm op taxi’s: zo moet deze maatregel er voor zorgen dat taxiondernemers gemotiveerd worden om minder vervuilende taxi’s aan te schaffen. Immers, voor auto’s die minder CO2 uitstoten, is de bpm lager. En auto’s die helemaal geen CO2 uitstoten, de zogenaamde nul-emissie auto’s, zijn volledig vrijgesteld van bpm.
Welke gevolgen heeft dit voor de taxiondernemer?
De keuze in het aanbod uitstootvrije auto’s is, zéker in de (rolstoel)taxibusjes, nog heel beperkt waardoor die keuze voor de taxiondernemer in nieuwe auto’s achterblijft.
Bovendien is een auto die minder of helemaal geen CO2 uitstoot in de regel een elektrische auto die door het accupakket weer een stuk meer weegt dan een vergelijkbare auto die op diesel rijdt. En dat zorgt weer voor een hogere WA-premie. Die wordt immers berekend over het gewicht van de auto.
De taxiondernemer kan verder verwachten dat hij met hogere afschrijvingskosten te maken gaat krijgen, maar ook met een hogere verzekeringspremie als de taxi volledig casco verzekerd moet worden. De premie voor die dekking wordt berekend over de aanschafwaarde van de auto, en als die aanschafwaarde hoger wordt doordat de bpm niet meer kan worden teruggevorderd, zal dat betekenen dat de cascoverzekeringspremie hoger wordt.
Daarnaast kunnen
taxiondernemers die nu casco exclusief bpm verzekerd zijn, na 1 januari 2020,
bij een totaalverliesschade, voor het verzekerde bedrag niet een vergelijkbare
taxi van het zelfde model en de zelfde uitvoering terugkopen. Dit komt omdat
het verzekerde bedrag, door het exclusief bpm verzekerd te zijn, te laag is
geworden. Daarom roepen wij assurantieadviseurs op in gesprek te
gaan met taxiondernemers die casco exclusief bpm verzekerd zijn, om de gevolgen
en wensen te bespreken.
Uiteindelijk zal de taxiondernemer zijn meerkosten doorberekenen in de ritprijzen, waardoor wellicht minder mensen gebruik gaan maken van vervoer per taxi en de taxiondernemer op die manier ook inkomsten mis dreigt te lopen.
In dit artikel is gebruik gemaakt van informatie op de website van de Belastingdienst en van taxipro.
Auteur
Gert-Jan Paauw, Specialist verzekeringstechniek